Sinds Karel Martel (689-741) leek het Frankische gezag in Holland stevig gegrondvest. Leek, want in de 9de eeuw kwamen de Noormannen en de Fransen worden zelf in de pan gehakt. De Hollanders moeten hun eigen boontjes doppen. In 885 weet de stamvader van het Eerste Hollandse Huis, graaf Gerulf de Vikingkoning Godfried de Noorman te verslaan en zijn macht in Kennemerland te vestigen.
Dirk steunde de Westfrankische koning Karel de Eenvoudige bij een opstand van zijn vazallen. Als dank hiervoor ontving Dirk I op 15 juni 922 de kerk van Egmond met alle daarbij behorende mensen, beesten en goederen. Dit was gelegen ten noorden van zijn Kennemerland en sloot daar dus uitstekend op aan. Zijn opvolger Dirk II laat zodra hij meerderjarig is geworden, naast de houten kerk een stenen klooster bouwen, dat hij bevolkt met monniken uit de St. Pietersabdij te Gent.